Testmethodes
Behalve op je gevoel of op de beschrijving afgaan, kun je ook intuïtief testen met behulp van een pendel, biotensor of spiertest. Met dit ‘gereedschap’ haal je informatie boven water die je onbewust aanvoelt. Je voelt altijd aan welke energie bij je past of niet, maar het is een heel subtiel proces waar je je vaak niet van bewust bent. Of je gaat nadenken en begint te twijfelen. In dergelijke gevallen kun je een hulpmiddel gebruiken om die informatie zichtbaar te maken.
Daarnaast kun je een testmethode gebruiken om een aantal dingen te controleren. De meeste remedies kunnen geen kwaad, maar het kan ook geen kwaad om je keuze nog even te controleren. De check-check-dubbel check zogezegd. Je kunt controleren of je bepaalde remedies samen kunt gebruiken, of ze een goede match zijn voor het doel waarvoor je ze wilt gebruiken.
Wees er wel op bedacht dat je bij een dergelijke testmethode zo neutraal mogelijk blijft ten opzichte van de uitkomst. Resultaten van een dergelijke test zijn te beïnvloeden door de verwachtingen, hoop en vrees die je over de uitkomst hebt. Schakel eventueel een objectieve derde in als hulp.
Pendulum
In de basis is een pendel een gewicht aan een touwtje dat je kunt gebruiken om onbewuste informatie zichtbaar te maken. Een pendel kan gemaakt zijn van metaal, hout, kristal of edelsteen, afhankelijk van je voorkeur.
Als je geen pendel hebt, werkt een ring aan een touwtje in principe net zo goed, maar als je een pendel hebt war je iets mee hebt werkt dat in het begin beter. Als je je pendel mooi vindt is het makkelijker om je ermee te verbinden, wat op zijn beurt je testresultaten ten goede komt. Op het moment dat je genoeg ervaring hebt maakt het niet echt meer uit wat je gebruikt omdat je dan inmiddels vertrouwd bent met de techniek en zekerder bent in het beoefenen ervan.
Bij een edelsteen pendel is het wel belangrijk dat de edelsteen je aantrekt en bij je past. Rozekwarts en aventurijn hebben een zachte energie die met het hart verbinden en zullen een goede match voor bijna iedereen zijn. Bergkristal is ook een neutrale keuze. Amethist versterkt je intuïtie, tijgeroog beschermd tegen negatieve enenrgie en labradoriet zorgt voor aarding en bescherming. Hout is aardend en metaal is neutraal, maar een metalen pendel heeft de mogelijkheid om energie vast te houden, dus die vereist wat extra reiniging dan andere pendels.
Je pendel leren kennen
Een pendel kan op verschillende manieren gebruikt worden. Voordat je hem gaat gebruiken is het altijd goed om hem even een minuutje vast te houden. Je energie kan er dan in trekken en je kunt je op de pendel afstemmen. Als je nog nooit met een pendel gewerkt hebt, ga je vervolgens eerst je ‘code’ bepalen. Dit betekent dat je voor jezelf vaststelt welke bewegingen ‘ja’, ‘nee’ en ‘onduidelijk/misschien/onbekend’ betekenen.
Bijvoorbeeld: bij mij is ‘ja’ een noord-zuid beweging, ‘nee’ oost-west en ‘misschien’ een cirkelvormige beweging. Ik heb ook mensen gezien die werken met ja als een cirkel met de klok mee en nee als een cirkel tegen de klok in.
Je kunt je eigen code bepalen door ‘laat me ja zien’, of door een vraag te stellen waarvan je met 100% zekerheid weet dat het antwoord ja is. Vervolgens doe je hetzelfde voor nee. Om een ‘onduidelijk/misschien/onbekend’ antwoord te krijgen stel je een vraag die onmogelijk met een pendel beantwoord kan worden, zoals een open vraag of een vraag die uit twee delen bestaat, bijvoorbeeld ‘hoeveel sterren zijn er?’ / ‘is een zebra zwart met wit of is hij wit met zwart?. Daarbij kan het helpen als je de beweging in gedachten voor je ziet. Maak je overigens geen zorgen als je het niet letterlijk voor je ziet, het is de intentie die telt.
Een pendel gebruiken
Houd de pendel in de hand die het fijnst aanvoelt. Voor de meesten zal dit de dominant zijn, maar kijk gewoon wat je het best vindt werken. Houd hem tussen duim en wijsvinger zonder erin te knijpen. Als je erin knijpt zet je je spieren op slot en dat remt de beweging. Werken met een pendel werkt met subtiele onbewuste spierbewegingen en dat werkt het beste als je grip niet te stevig is.
Je kunt het punt waar je het kettinkje vasthoudt variëren om het langer of korter te maken. Hoe langer het kettinkje is, hoe langzamer de pendel van richting verandert, maar als het te kort is hindert het de beweging. Het kettinkje van een pendel is meestal zo’n 20 cm lang, dus je hebt ruimte om te experimenteren. Ik houd het meestal een stuk onder het bolletje vast en krul mijn vingers om het stukje dat uitsteekt, maar je kunt het ook net onder het bolletje vasthouden, net wat je prettig vindt.
Als je een comfortabele manier gevonden hebt om je pendel vast te houden, buig dan je arm ca 45-90 graden, afhankelijk van of je zit of staat en ook weer wat prettig voor je voelt. Een ontspannen houding is belangrijk, als je gespannen bent is het lastig om kleine onbewuste spierbewegingen te laten plaatsvinden. Je kunt je elleboog tegen je zij aanhouden als steuntje, dat helpt om je arm te stabiliseren tot je het pendelen in je vingers hebt. Je kunt ook je elleboog op tafel laten rusten. De bedoeling is om de pendel genoeg ruimte te geven zonder dat hij ergens tegenaan botst.
Het volgende puntje is een tikje lastig: ontspan je en laat alle verwachtingen los met betrekking tot de uitkomst, oftewel sta ietwat onverschillig tegenover het antwoord dat je gaat krijgen om te voorkomen dat je het antwoord beïnvloedt. Het gaat om je eigen subtiele spierbewegingen, en je gedachten over de uitkomst hebben daar bewust of onbewust invloed op. Op dit punt maakt het trouwens niet uit hoe groot de beweging is die de pendel maakt, dat komt met tijd en oefening vanzelf. Wat nu belangrijk is, is de richting van de beweging.
Als je je code bepaald hebt ben je klaar voor de volgende stap.
De volgende stap
Laat nu je pendel een paar centimeter boven een pendeldiagram of het voorwerp waar je mee werkt hangen. We nemen even de remedies als voorbeeld, maar je kunt het op van alles en nog wat toepassen. Er zijn verschillende manieren om iets uit te testen. Je kunt de fysieke voorwerpen (in ons geval de remedie-flesjes waar je uit wilt kiezen) gebruiken, een pendeldiagram (je vindt Flow Remedies pendeldiagrammen op deze pagina, evenals een lege diagrammen om zelf in te vullen), of je kunt een lijstje met remedie-namen in een cirkel op een vel papier schrijven.
Als je de flesjes bij de hand hebt, kun je ze in een rechte lijn of (halve) cirkel opstellen. Daarna houd je de pendel voor de lijn flesjes of in het midden van de cirkel of het diagram dat je gebruikt en stel je je vraag.
Vraagstelling is erg belangrijk, want hoe duidelijker en eenvoudiger je vraag, hoe groter de kans op een kloppend antwoord. Stel ja/nee vragen met één onderwerp en stel ze positief (vermijd het woord ‘niet’ , dat kan verwarring geven). Vermijd ook tweeledige vragen met ‘of’, want dat zijn eigenlijk twee vragen en dan is de kans op een ‘onduidelijk/misschien’ antwoord groter. Open vragen kun je gebruiken als je een vastgesteld aantal keuzemogelijkheden hebt.
Gebruik in het geval van de remedies bijvoorbeeld ‘welk van deze … is goed voor mij om op dit moment te gebruiken’, ‘welk van deze … is gunstig voor mij op dit moment’ etc. Als je wilt weten wat juist NIET goed voor je is, stel dan een vraag in de trant van ‘wat kan ik beter vermijden / waarvan kan ik beter wegblijven’.
Na dit alles zou het natuurlijk wel fijn zijn als de pendel ook ging bewegen. Let op de richting waarin de pendel wijst en haal het desbetreffende flesje uit de rij of schrijf de naam op als je een pendeldiagram gebruikt. Je kunt daarna vervolgvragen stellen om te zien of er meer dan één remedie nodig is of om de volgorde waarin je met de remedies kunt werken te bepalen als je ze niet in één doseerflesje wilt gebruiken.
Als het antwoord dan ‘geen’ is krijg je het ‘onduidelijk’ signaal in dit geval omdat je een open vraag gesteld hebt in plaats van een ja/nee vraag. Je kunt ook met jezelf/je onderbewuste afspreken dat je een ‘nee’ signaal krijgt als het antwoord ‘geen’ is, maar houd dat in gedachten voor later.
Geef ook niet gelijk op als er geen duidelijk antwoord uit rolt, oefen desnoods eerst nog met wat vragen waarop je het antwoord al weet, dat is een boost voor je zelfvertrouwen. Daarnaast is pendelen nooit 100% accuraat, wat zoveel betekent als dat je altijd je resultaten dubbelcheckt, zelf blijft nadenken en er niet blind op vaart.
Biotensor
Een biotensor is een eenhands-wichelroede, waarmee je ongeveer hetzelfde kunt doen als met een pendel. Kort gezegd is het een handvat met een flexibele metalen draad met een kop aan het einde, en je kunt het zo luxe maken als je zelf wilt.
Er zijn verschillende koppen, en sommige biotensors hebben een busje in het handvat waarop je snoeren kunt aansluiten om te helpen bij het kiezen van de remedies. Je kunt dan iemand een handvat laten vasthouden en met een aanwijspen remedies aanwijzen en jezelf zoveel mogelijk buiten het testcircuit houden.
Met een biotensor kun je ja/nee vragen beantwoorden, maar ook een zogeheten energie-test doen. Voor je gaat beginnen laat je eerst de biotensor jouw energie aannemen door een aantal keren de draad door je vingers te laten gaan en over de kop te blazen.
Dan ga je je code vaststellen: welke bewegingen wil je zien voor ja, nee, en weet niet. Houding en instelling ten opzichte van het resultaat zijn hetzelfde als bij een pendel, alleen houd je de biotensor horizontaal in je hand. Meestal je schrijfhand, omdat dat vaak vertrouwder aanvoelt, maar er zijn geen vaste regels voor.
Daarna houd je de kop boven een flesje en vraag je of de remedie geschikt is, of ga je met je vrije hand een lijst af en stel je de vraag welke remedie(s)
Een andere manier is de energie-test. Hierbij stel je juist geen vraag, maar houd je de biotensor tussen je hand en het flesje dat je test. Je zet je vrije hand op zijn kant op de tafel, tegenover het flesje, met ongeveer 15 centimeter ruimte en dan houd je de biotensor ertussen.
Als de energie-velden van jou en van het flesje elkaar aantrekken, dan zal de biotensor een heen-en-weer gaande beweging laten zien omdat de kop zich in beide velden kan bewegen. Is de remedie ongeschikt en stoten de energie-velden elkaar af, dan zal de kop nergens heen kunnen en een op-en-neer gaande beweging laten zien. Dus de beweging die je als ja zou verwachten betekent juist nee en andersom.
Spiertest
Een andere manier om te testen is een spiertest. Het voordeel daarvan is dat je er niets voor nodig hebt, alleen jezelf en afhankelijk van de spiertest een helper.
De bekendste test is die waarbij je een flesje voor je zonnevlecht (middenrif) houdt en je arm uitsteekt, die iemand anders vervolgens probeert omlaag te drukken.
Gaat dat makkelijk, dan is de remedie ongeschikt of gewoon niet nodig, gaat dat juist zwaar, dan is de remedie geschikt voor je of heb je hem nodig. Alleen heb je hier natuurlijk wel een helper bij nodig.
Met dit type spiertest wordt een bepaalde druk uitgeoefend op de arm, die wat oefening vereist omdat het belangrijk is steeds zoveel mogelijk dezelfde druk uit te oefenen. Het is niet zozeer een kwestie van OF de arm omlaag geduwd kan worden (als je steeds meer druk uitoefent krijg je een arm altijd wel omlaag), maar meer of je de arm naar beneden kunt drukken met die specifieke hoeveelheid druk. De richtlijn voor druk is ca 2 seconden een druk van ca 2 pond/1 kilo.
Het nadeel van deze methode is dat je iemand nodig hebt die er enige ervaring mee heeft. Gelukkig zijn er ook methoden die je alleen kunt gebruiken. Kom maar mee naar het volgende blok.
Spiertesten die je alleen kunt doen
Een eenvoudige test die je alleen en redelijk onopvallend kunt doen is deze: je staat ontspannen rechtop en houdt het flesje voor je zonnevlecht. Dan spreek je met jezelf af dat je vooruit of achteruit leunt als de remedie wel of niet geschikt is voor je. Draai het voor de zekerheid af en toe eens om, dat je om vooruitleunen als ‘nee’ vraagt en achteruit leunen als ‘ja’.
Een andere spiertest is de o-ring test, afkomstig uit de Kinesiologie. Hierbij maak je van je duim en wijsvinger een rondje en haakt er dan met de duim en wijsvinger van je andere hand in, zodat je twee in elkaar grijpende rondjes krijgt. In één hand houd je dan een flesje met een remedie. Vervolgens probeer je met de ene cirkel of je de cirkel van de andere hand kunt verbreken. Spreek vantevoren met jezelf af of ‘ja’ een sterke spier is (de cirkel is moeilijk te verbreken) of juist een zwakke spier (de cirkel laat zich makkelijk verbreken) Wissel dit af, zodat je zo weinig mogelijk beïnvloed wordt door verwachtingen.
Voordat je begint met testen kun je ook voor jezelf bepalen welk resultaat ‘ja’ en ‘nee’ betekent. Over het algemeen is een ja een ‘sterke’ spier (de cirkels blijven in elkaar haken) en een nee een ‘zwakke’ spier (cirkel wordt verbroken), maar zolang je van tevoren aangeeft wat je wilt kun je dat ook omdraaien of af en toe wijzigen. Deze test heeft een klein beetje oefening nodig omdat je een beetje in de vingers moet krijgen hoe hard je trekt om de cirkels te doorbreken. In het ideale geval gebruik je elke keer dezelfde hoeveelheid druk.
Bovenstaande testen kun je gebruiken om alles wat je je maar kunt bedenken te testen, zoals bijvoorbeeld voedingsmiddelen, edelstenen en natuurlijk remedies.
Niet helemaal waterdicht
Een kleine kanttekening: deze methodes zijn niet 100% waterdicht, want het is een erg subtiele manier van testen. Hoop, vrees en verwachtingen kunnen (en zullen) de antwoorden beïnvloeden. Dat is waarom je tijdens het oefenen beter onderwerpen kunt gebruiken waarvan de uitkomst je niet zoveel kan schelen, zodat je vertrouwen in je testvaardigheden krijgt. Speel ermee, neem het niet super serieus en wees kritisch ten opzichte van de resultaten. Controleer ze als dat mogelijk is, dat zal niet altijd kunnen, maar het is een extra hulpmiddel in gevallen dat dat wel kan.
Als het onderwerp van je vraag je wel wat kan schelen, dan kan ik je bijna garanderen dat je elke keer een ander antwoord krijgt als je de vraag opnieuw stalt. Deze resultaten zullen variëren tussen het antwoord waar je bang voor bent, het antwoord waar je op hoopt of een ‘onduidelijk/geen antwoord’ signaal. Je stelt een vraag aan je eigen onderbewuste, en elke emotionele betrokkenheid bij het onderwerp van de vraag zal als het ware een bepaalde mate van storing op de lijn veroorzaken.